Werelderfgoed de Beemster in Noord-Holland is een schoolvoorbeeld van hoe Nederlanders grote delen van hun land hebben drooggelegd. Deze 17e eeuwse droogmakerij is opgezet om het bedreigende binnenwater van het Bamestrameer om te zetten in vruchtbare en winstgevende landbouwgrond. Om het meer kwam een stevige dijk met een totale lengte van 42 kilometer. Daar omheen werd een ringvaart gegraven. Er waren 43 windmolens nodig om het meer leeg te pompen. Het typische landschap van De Beemster met de kaarsrechte verkaveling én de bijzondere ontstaansgeschiedenis zijn uniek in de wereld. Door het predicaat Werelderfgoed erkent de UNESCO het waardevolle van de droogmakerij dat behouden moet blijven voor toekomstige generaties.